Subordinate clauses: that phrases in Dutch
Learn Dutch phrases (Subordinate clauses: that 2)
Advertisement
Learning subordinate clauses with “that” phrases in Dutch is important for several reasons:
- Expressing complex ideas: Subordinate clauses allow you to express complex ideas by linking two clauses together in a sentence. This enables you to communicate more nuanced and detailed information.
- Improving fluency: Using subordinate clauses in your sentences can help you to express yourself more fluently in Dutch, as you will be able to construct more complex and varied sentences.
Dutch Sentence | English Translation |
---|---|
Ik weet dat je gelijk hebt. | I know that you are right. |
[responsivevoice voice="Danish Female" rate="0.8" buttontext="►"]Het lijkt erop dat het gaat regenen. | It seems like it’s going to rain. |
Zij denkt dat hij haar niet begrijpt. | She thinks that he doesn’t understand her. |
Hij zei dat hij het druk had. | He said that he was busy. |
Het is belangrijk dat je op tijd komt. | It’s important that you come on time. |
Ik geloof dat hij het kan doen. | I believe that he can do it. |
Zij vindt dat het eten lekker is. | She thinks that the food is delicious. |
Hij merkte op dat het rustiger was. | He noticed that it was quieter. |
Het is duidelijk dat hij niet tevreden is. | It’s clear that he’s not satisfied. |
Zij beweert dat ze het niet wist. | She claims that she didn’t know. |
Ik hoop dat je het naar je zin hebt. | I hope that you’re enjoying yourself. |
Zij vroeg zich af of hij nog zou komen. | She wondered if he would still come. |
Het is mogelijk dat ze ons niet kan helpen. | It’s possible that she can’t help us. |
Hij vraagt zich af of het de moeite waard is. | He wonders if it’s worth it. |
Zij vertelde dat ze een nieuwe baan had gevonden. | She told that she had found a new job. |