Learn Dutch Phrases (Small Talk 1) with sound

Learn Dutch Phrases (Small Talk 1)

Advertisement

Sure, here are Dutch small talk sentences with their English translations in a table :

Dutch Phrases English Translations
Hallo! Hello!
Hoe gaat het? How are you?
Goed, dank je. En met jou? Good, thank you. And you?
Niet zo goed, ik voel me ziek. Not so good, I’m feeling sick.
Ik ben blij je te zien. I’m glad to see you.
Leuk je weer te zien. Nice to see you again.
Ik heb je gemist. I missed you.
Hoe was je weekend? How was your weekend?
Het was geweldig! It was great!
Het was rustig, maar wel fijn. It was quiet, but nice.
Het was druk, maar wel leuk. It was busy, but fun.
Wat voor werk doe je? What do you do for work?
Ik ben leraar van beroep. I’m a teacher by profession.
Ik werk in de zorg. I work in healthcare.
Ik werk in een winkel. I work in a store.
Waar kom je vandaan? Where are you from?
Ik kom uit Nederland. I’m from the Netherlands.
Ik kom uit Amerika. I’m from America.
Ik kom uit Australië. I’m from Australia.
Heb je nog leuke plannen voor vanavond? Do you have any fun plans for tonight?
Ja, ik ga naar de film. Yes, I’m going to the movies.
Nee, ik blijf thuis vanavond. No, I’m staying home tonight.
Het hangt ervan af wat er te doen is. It depends on what’s going on.
Hoe is het weer vandaag? What’s the weather like today?
Het is zonnig en warm. It’s sunny and warm.
Het is bewolkt, maar droog. It’s cloudy, but dry.
Het regent en het is koud. It’s raining and it’s cold.
Wat voor muziek luister je graag naar? What kind of music do you like to listen to?
Ik houd van rockmuziek. I like rock music.
Ik ben meer van de popmuziek. I’m more into pop music.
Ik houd van dance en techno. I like dance and techno.
Heb je huisdieren? Do you have any pets?
Ja, ik heb een kat. Yes, I have a cat.
Nee, ik heb geen huisdieren. No, I don’t have any pets.
Hoe oud is je kat? How old is your cat?
Mijn kat is vier jaar oud. My cat is four years old.
Wat is je favoriete eten? What’s your favorite food?
Ik houd van pizza. I like pizza.
Ik ben gek op sushi. I love sushi.
Ik eet graag pasta. I enjoy eating pasta.
Hoe laat is het? What time is it?
Het is twee uur ‘s middags. It’s two o’clock in the afternoon.
Het is kwart voor zes ‘s avonds. It is a quarter to six in the evening.