Hallo! |
Hello! |
Hoe gaat het met je? |
How are you? |
Goed, dank je. En met jou? |
Good, thank you. And you? |
Ook goed, dank je. |
Also good, thank you. |
Waar kom je vandaan? |
Where are you from? |
Ik kom uit [land]. |
I am from [country]. |
Wat doe je voor werk? |
What do you do for work? |
Ik ben [beroep]. |
I am a [profession]. |
Heb je nog vakantieplannen? |
Do you have any vacation plans? |
Ja, ik ga naar [plaats]. |
Yes, I am going to [place]. |
Leuk! Ik ben daar ook geweest. |
Nice! I have been there too. |
Wat voor muziek luister je graag? |
What kind of music do you like to listen to? |
Ik hou van [genre]. |
I like [genre]. |
Heb je nog tips voor een goed restaurant hier in de buurt? |
Do you have any recommendations for a good restaurant around here? |
Ja, ik raad [restaurantnaam] aan. |
Yes, I recommend [restaurant name]. |
Bedankt voor de tip, ik zal het onthouden. |
Thank you for the recommendation, I will remember it. |
Hoe was je weekend? |
How was your weekend? |
Het was erg leuk. Ik ben naar [activiteit] geweest. |
It was very nice. I went to [activity]. |
Wat voor sporten beoefen je? |
What kind of sports do you practice? |
Ik doe aan [sport]. |
I practice [sport]. |
Wat zijn je hobby’s? |
What are your hobbies? |
Ik hou van [hobby]. |
I like [hobby]. |
Wat voor boeken lees je graag? |
What kind of books do you like to read? |
Ik lees graag [genre]. |
I like to read [genre]. |
Wat voor films kijk je graag? |
What kind of movies do you like to watch? |
Ik kijk graag naar [genre]. |
I like to watch [genre]. |
Zullen we binnenkort weer afspreken? |
Shall we meet up again soon? |
Ja, dat lijkt me leuk. Laten we binnenkort een datum prikken. |
Yes, that sounds good. Let’s schedule a date soon. |
Bedankt voor het praatje. |
Thanks for the chat. |
Graag gedaan. |
You’re welcome. |